• Goede kwaliteit ruwvoer: Het rantsoen van de melkkoeien bestaat voor 70% uit ruwvoer. Het is belangrijk dat het ruwvoer maximaal benut kan worden door de koe. Zorg er daarom voor dat de verteerbaarheid van het ruwvoer hoog is en dat uw maiskorrels in de maiskuil voldoende geraakt zijn
• Weet goed wat je voert: Wegen is belangrijk voor inzicht in het gerealiseerde rantsoen ten opzichte van het geplande.
• Goed gemengd rantsoen: een goed berekend en gewogen rantsoen betekend nog niet dat de koeien ook daadwerkelijk het gehele rantsoen goed opnemen. Het is daarom van belang dat het rantsoen goed gemengd is zodat elke hap hetzelfde is en er geen selectie aan het voerhek kan plaatsvinden.
• Broeivrij rantsoen: broei heeft een negatief effect op de kwaliteit en smakelijkheid van ruwvoer.
• Schoon drinkwater: een koe drink 100 tot 200 liter water per dag. Hoewel de focus vaak ligt op het voer (20-25 kg droge stof) is het ook van belang dat het drinkwater van de koeien van goede kwaliteit is. Maak daarom de drinkbakken regelmatig schoon zodat het water fris en smakelijk blijft.
• Goed stalklimaat: Warme of juist hele koude omstandigheden hebben een negatief effect of de rantsoenefficiëntie. Een warm (en vochtig) klimaat zorgt vaak voor een teruglopende voeropname. Bij koude temperaturen heeft de koe extra energie nodig om haar lichaamstemperatuur op peil te houden. Tijdige maatregelen om hitte- of koude stress te voorkomen hebben een positief effect op de rantsoenefficiëntie.
• Goede vruchtbaarheid: oudmelkte koeien zijn minder efficiënt. Goede vruchtbaarheid resulteert in een kortere tussenkalftijd en een hogere rantsoenefficiëntie.
*Aan de uitkomsten van de rekenmodule kunnen geen rechten worden ontleend.